Annemie Struyf op studio Brussel
Annemie Struyf,
de Belgische journaliste die vol overgave
voor haar job gaat. Waarom vol overgave? Ze weet waarover ze spreekt, ze gaat
er volledig voor, niets gaat ze uit de weg!
Zo gaat ze voor de documentairesoap en haar lezingen die ze
geeft over ‘in Godsnaam’ zelf alles in levende lijven onderzoeken. Ze draait mee in verschillende
wereldgodsdiensten. Ze krijgt bij iedere plaats een voorwaarde opgelegd. Ze mag
enkel zaken vertellen aan de buitenwereld wanneer ze zelf een week meedraait met deze mensen,- en zo een beetje ‘in het geloof stapt’. Ze doet dan ook
alles wat deze mensen doen. Zelfs dan houden ze nog veel geheimen verborgen voor haar.
Dit maakt het natuurlijk nog interessanter voor haar zoektocht doorheen deze
geloven. Iets niet mogen is een prikkel voor haar, waardoor ze nog nieuwsgieriger
gemaakt wordt voor een antwoord te krijgen. Hiervoor probeert ze dan ook echt
alles te doen, met ook wel de nodige gevolgen. Bij het Zenboeddhisme wordt ze
zelf buitengezet omdat ze TE nieuwsgierig was.
In de media heeft Annemie Struyf wel al voor ophef gezorgd
met haar uitspraken over bepaalde geloven. Voor ik naar de lezing van haar ging
dacht ik dat een bekeerde moslima en haar man met elkaar een schijnhuwelijk
waren aangegaan. Eens je haar dan hierover in de lezing hoort vertellen, merk
je wel dat ze het zo niet bedoelt. Ze vertelt je gewoon wat ze gezien en gehoord
heeft tijdens haar zoektocht. Ik vind dan ook dat je er rekening mee moet
houden dat het haar standpunt is. Misschien wanneer iemand anders deze tocht
zou gemaakt hebben, zij er een hele andere mening aan overgehouden zouden
hebben.
Voor ik naar de lezing van haar ging, vroeg ik me af wat ik
ervan moest verwachten. Een lezing is meestal wel wat strakker en serieus. Dat
was bij haar niet het geval. Ze gaat er volledig voor en geeft je zelfs bijna
het gevoel dat je erbij was, dat je langs haar stond tijdens haar zoektocht in
het geloof.
Door haar lezing te hebben gevolgd wil ik graag nog meer te weten
komen over deze geloven. Zo vertelde ze bijvoorbeeld dat voor haar het
Zenboeddhisme een ‘drugskot’ was. Maar nergens zal geschreven staan dat de
mensen die daar zitten, drugs of ‘tabak’ gebruiken om in hogere sferen te komen.
Het kostenplaatje om in de grote goeroestam te verblijven was 70 euro per dag.
Dit zegt al veel natuurlijk.
Dit is dan ook het eerste geloof waar ik meer over ga
opzoeken om aan jullie te kunnen vertellen.
Het Zen-boeddhisme of een gekende vorm van het Mahayana-boeddhisme heeft voornamelijk in Japan kunnen groeien. Daar heeft het geloof ook zijn hoogtepunt en volmaaktheid bereikt.
Zen of Chan = meditatie
Het ontstaan van het Zen-Boeddhisme
Zen is eigenlijk niet ouder dan de 7e eeuw. Men geeft wel aan dat het al eerder begon. Rond de 6de eeuw in het Noorden van Japan, en in het laatste kwart van de eeuw in het Zuiden.
Toen kwamen er voornamelijk trekjes voor van het Zen:
- spartaanse eenvoud
- zware arbeid
- nachtelijke meditatie
- verwerping schriftlezing
Zengemeenschappen onderscheidden zich van anderen door hun hiërarchisch karakter en omdat ze klein waren. De Boeddhistische kloosters werden in vroege T'ange-tijd (7e eeuw en 8e eeuw) groot en rijk. Ze werden zelfs van belastingbetaling en arbeidsdiensten vrijgesteld. Maar dit kon de staat niet blijven trekken. Economisch ging men achteruit door de vele opstanden en oorlogen die er plaats vonden. De Zen bleef bestaan door de meester Po-chang die een eigen kloosterregel had, waardoor ze hen onafhankelijk werden van de andere boeddhistische sektes. Zen heeft ook veel ontleend aan de 'Boeddho- Taoïstische' traditie. Het blijft wel uniek in de middelen die het gebruikt om het heil te laten bereiken.
De belangrijkste invloed van het taoïsme is de praktische benadering van het boeddhistische erfgoed. Het handelsmerk van de Zen is: 'Doen wat je doet'. Voor hen is het een wijze van in het leven te staan.
Ooit was er een leerling die aan zijn Zen-meester vroeg:
'Spant u zich voortdurend in om de waarheid te beoefenen?'
De meester antwoordde: 'Jazeker.'
De leerling vroeg: 'Hoe doet u dat?'
De meester antwoordde: 'Als ik honger heb, eet ik en als ik moe ben, ga ik slapen.'
De leerling: 'Maar dat doet iedereen. Kan je dan van iedereen zeggen dat hij doet wat u doet?'
De meester: 'Nee!'
De leerling: 'Waarom niet?'
De meester antwoordde: 'Omdat anderen niet eten als ze eten, maar tijdens het eten aan allerlei dingen denken, waardoor hun aandacht verstoord wordt. Als ze slapen, slapen ze niet, maar dromen over duizend en één dingen. Daarom zijn ze niet zoals ik ben.'
bron: www.thomasevangelie.nl
Wat je uit deze tekst kan afleiden vertelde Annemie ons ook. Je mocht er niet aan andere zaken denken, enkel en alleen aan datgene wat je aan het doen was. Wat je op dan moment deed, werd een minder lastige taak omdat het voor een groot stuk overgenomen werd door de Goeroe. Maar Annemie merkte hier niet veel van. Het enige dat zij vond, was dat ze intensief fitness aan het doen was tijdens de sessies die ze moest volgen. Ik kan me dit wel inbeelden. Volgens mij is dat iets waar wij Westerse mensen toch wel moeite mee hebben, voornamelijk al omdat we met 1001 zaken tegelijkertijd bezig zijn. Wanneer we met het ene bezig zijn, denken we al aan het volgende wat we nog kunnen/ moeten doen.
Zen is een een terugkeer naar de oude boeddhistische bronnen: geen filosofie, geen metafysica, allen de VERLOSSING staan bij hen centraal. Hierdoor is de Zen een heel zuivere vorm. Een Zenmeester, Dogen, vat de weg van Zen als volgt samen:
Het pad van de Boeddha gaan is jezelf leren kennen.
Jezelf leren kennen is jezelf vergeten.
Jezelf vergeten is verlicht worden door alle dingen.
bron: www.thomasevangelie.nl
Annemie struyf vertelde ons ook dat men op een bepaald moment tegen haar zei tijdens een sessie: "laat je toch gaan, laat het licht tot je binnenkomen!". Annemie probeerde dit echt, maar tevergeefs. Héél eerlijk, met alle respect, volgens mij zou ik het niet gekund hebben. Ik zie mezelf daar nog niet staan, kijken naar een foto van een goeroe en 'het licht ' tot me laten komen.
Kenmerkend voor het Zen
Het vervlechten van het boeddhisme met de natuurreligies, de aandacht gaat vooral naar de mysterieuze natuurkrachten, het vertellen van mythes uit de natuurreligies.
Dit sluit voor hen aan bij het boeddhistische idee dat de mens niet de meester is van de natuur, maar een deel uitmaakt van het universum dat veel krachtiger is dan de mens. In de tuinen van de boeddhisten laat men dit dan ook door uiting komen door de natuurelementen die in het shintoïsme een belangrijke plaats innamen:
- water: symbolisch weergegeven door droog zand of grind dat zo geharkt wordt dat het lijkt te golven.
- eilanden
- bergen
De nadruk ligt op de meditatie en bepaalde technieken. Ze geloven dat de Boeddhanatuur niet met gedachten of verstandelijke begrippen te vatten is. Deze begrippen gaan het juist verhinderen om tot die inzicht te komen. De bedoeling is dat de geest leeg wordt gemaakt. Hierbij mag je je niet laten afleiden en alle aandacht is vereist. Door deze aandacht te ontwikkelen kan men leren met alles verbonden te zijn. In de Zen wil men de boeddhistische leer dan ook overbrengen "zonder woorden". Wanneer ze toch woorden gebruiken, zijn het vaak paradoxen, uitspraken met interne tegenspraak (koan).
Zo zal een Zentuin er ook voor proberen te zorgen dat hij toeschouwers uit gaat nodigen tot zo'n meditatie. De tuin waar men mediteert is bijna leeg en sober. Bij het woord 'uitnodigen' denken wij aan mooie bloemetjes en plantjes maar bij hen gaat het erom om geen enkele afleiding te hebben. De leegte symboliseert ook hoe de vele verschillende vormen in de wereld maar schijn zijn, omdat voor hen in wezen alles een is.
Bij hen gaat het erom om op weg te gaan naar het nirvana - de volledige leegte!
Koan 43 van de Mumonkan: Meester Shuzan hield een stok op, liet die aan de verzamelde leerlingen zien en zei: "Noem dit een stok en je zit vast aan de naam. Noem het geen stok en je gaat voorbij aan het feit. Leerlingen, welke naam geven jullie eraan?"
Net had ik een gesprek met een meisje van wie haar vriend een Boeddhist is. Dit veranderde weeral mijn gedachte over het geloof. Het is toch niet allemaal zo simpel. Ik wil jullie zo even tussendoor vertellen wat ze me allemaal vertelde... Ik vond het wel interessant om te weten...
Hij is wel een gewone Boeddhist, geen zenboeddhist. Een gewone boeddhist gaat in een tempel bidden, ze doen hun schoenen uit om één te zijn met de aarde onder hun. Ook offeren zij bloemen en wierook aan de Boeddha. Ze knielen dan, houden hun handen bij elkaar en bidden.
Ze vertelde me ook, dit wist ik ondertussen wel al, dat het Zenboeddhisme niet echt bidden is, maar gewoon leren om aan NIETS te denken, je hoofd leeg maken en proberen om één te zijn met alles rondom je. Ik dacht wel dat dit bij de gewone Boeddhisten ook zo was, maar zij bidden dus echt wel!
Ze vertelde me ook dat alle mannelijke boeddhisten uit Thailand verplicht zijn om drie weken 'monnik' te zijn. Dat is te vergelijken met een 'soort leger' dat wij hier hebben. Dit moeten ze doen om één te worden met de natuur en om de godsdienst te leren kennen. Na deze drie weken mogen ze kiezen om monnik te blijven of niet.
Een monnik wordt echt héél hard gerespecteerd in het Boeddhisme. Omdat ze monnik zijn krijgen ze gratis eten en gratis busticketjes enzo.... Ook krijgen deze mensen alle nodige bescherming. Je kan een monnik een beetje vergelijken met een priester hier, alle monniken in Azië worden gerespecteerd en wonen helemaal apart van de buitenwereld. Ze mogen enkel naar buiten komen voor eten en voor hun te verplaatsen. Natuurlijk mogelijk ze ook naar buiten komen om andere mensen Zen te maken.
Het volk dat Boeddhistisch is kent ook niet alle geschiedenis vertelt de vriend van het meisje dat ik sprak. Ze weten wel allemaal wat ze wel niet mogen maar hun er in gaan verdiepen, dat doen er niet veel. Alle Boeddhisten geloven wel in het leven na de dood! Een Zenboeddhist wil ook niet boven de wereld staan, want ze voelen hun eigenlijk gelijkaardig met een dier of een plant!
Ik vond het interessant om dit van haar te horen, ze heeft me dan ook nog enkele foto's doorgestuurd van haar vriend die drie weken in 'opleiding' tot monnik moest gaan, hier volgen ze:
Over de Islam ga ik niets meer opzoeken. Vorig jaar zijn we op interdisciplinaire reis geweest naar Marokko. Hier zijn we al veel te weten gekomen over de Islam. Van één onderwerp wat vooral aanbod kwam in de lezing van Annemie Struyf weet ik nog niet zoveel. Dat is de Al-Minare. Ze heeft ons hierover verteld dat er vooral jonge Westerse meisjes naartoe gaan om hun te bekeren tot de Islam. Zo gaan ze via deze weg opzoek naar Islamitische jongens. Het viel haar wel op dat het hier meestal ging over jongens die graag hier in België terecht wouden komen. Dus eigenlijk een soort van 'uithuwelijken'. Dit mocht ze natuurlijk niet zeggen. Ze mocht van de Al-Minara enkel vertellen hoe het eraan toeging maar niet dat de meisjes trouwden met jongens die niet van België waren. Wat is nu eigenlijk Al-Minara en waar staat het voor?
Het is een steunpunt voor bekeerde moslima's. Het woord Al-Minara zelf betekent eigenlijk 'het lichtpunt of oriëntatiepunt'. Ze zijn een steunpunt voor de nieuwsgierigen en de nieuwkomers in de Islam, hier krijgen ze antwoorden op de vragen die ze hebben over de moslimcultuur. Er zijn meer en meer autochtone Belgen die zich bekeren tot een andere religie. Vooral jongere Westerse meisjes bekeren hun tot dit geloof.
Het doel van deze Al-Minara is:
Kennis doorgeven;
Info verstrekken;
Begeleiden en ondersteunen;
Een luisterend oor bieden.
Zo heeft men ook een 'Bekeerlingendag', dit is een bijeenkomst voor alle bekeerlingen die zich bekeerd hebben tot de Islam. Deze dag heeft voor het eerst plaatsgevonden in 2007. Vaak houdt men tijdens deze dagen lezingen en is er ook de mogelijkheid voor de bekeerlingen om ervaringen met elkaar uit te wisselen.
Er zijn er in België twee bekeerlingenorganisaties die dit samen hebben georganiseerd in België op 4 maart 2007,- namelijk de Al-Minara en de Koepel.
Als volgende heeft ze ook gesproken over de Hare-Krishna, hier is Annemie Struyf niet uitgebreid over geweest. Ze had al zo lang gepraat over de Islam, Zen-Boeddhisme en het Katholieke geloof dat hier de tijd bijna om was. Ik heb voor jullie een interessant filmpje gevonden van de Hare Krishna in Durbuy.
De Hare- Krishna is een plaats in Durbuy die we tijdens de interdisciplinaire reis in jaar 1 hebben bezocht. Dit is zeker een aanrader om eens te doen!
Bronnen:
Zen of Chan = meditatie
Het ontstaan van het Zen-Boeddhisme
Zen is eigenlijk niet ouder dan de 7e eeuw. Men geeft wel aan dat het al eerder begon. Rond de 6de eeuw in het Noorden van Japan, en in het laatste kwart van de eeuw in het Zuiden.
Toen kwamen er voornamelijk trekjes voor van het Zen:
- spartaanse eenvoud
- zware arbeid
- nachtelijke meditatie
- verwerping schriftlezing
Zengemeenschappen onderscheidden zich van anderen door hun hiërarchisch karakter en omdat ze klein waren. De Boeddhistische kloosters werden in vroege T'ange-tijd (7e eeuw en 8e eeuw) groot en rijk. Ze werden zelfs van belastingbetaling en arbeidsdiensten vrijgesteld. Maar dit kon de staat niet blijven trekken. Economisch ging men achteruit door de vele opstanden en oorlogen die er plaats vonden. De Zen bleef bestaan door de meester Po-chang die een eigen kloosterregel had, waardoor ze hen onafhankelijk werden van de andere boeddhistische sektes. Zen heeft ook veel ontleend aan de 'Boeddho- Taoïstische' traditie. Het blijft wel uniek in de middelen die het gebruikt om het heil te laten bereiken.
De belangrijkste invloed van het taoïsme is de praktische benadering van het boeddhistische erfgoed. Het handelsmerk van de Zen is: 'Doen wat je doet'. Voor hen is het een wijze van in het leven te staan.
Ooit was er een leerling die aan zijn Zen-meester vroeg:
'Spant u zich voortdurend in om de waarheid te beoefenen?'
De meester antwoordde: 'Jazeker.'
De leerling vroeg: 'Hoe doet u dat?'
De meester antwoordde: 'Als ik honger heb, eet ik en als ik moe ben, ga ik slapen.'
De leerling: 'Maar dat doet iedereen. Kan je dan van iedereen zeggen dat hij doet wat u doet?'
De meester: 'Nee!'
De leerling: 'Waarom niet?'
De meester antwoordde: 'Omdat anderen niet eten als ze eten, maar tijdens het eten aan allerlei dingen denken, waardoor hun aandacht verstoord wordt. Als ze slapen, slapen ze niet, maar dromen over duizend en één dingen. Daarom zijn ze niet zoals ik ben.'
bron: www.thomasevangelie.nl
Wat je uit deze tekst kan afleiden vertelde Annemie ons ook. Je mocht er niet aan andere zaken denken, enkel en alleen aan datgene wat je aan het doen was. Wat je op dan moment deed, werd een minder lastige taak omdat het voor een groot stuk overgenomen werd door de Goeroe. Maar Annemie merkte hier niet veel van. Het enige dat zij vond, was dat ze intensief fitness aan het doen was tijdens de sessies die ze moest volgen. Ik kan me dit wel inbeelden. Volgens mij is dat iets waar wij Westerse mensen toch wel moeite mee hebben, voornamelijk al omdat we met 1001 zaken tegelijkertijd bezig zijn. Wanneer we met het ene bezig zijn, denken we al aan het volgende wat we nog kunnen/ moeten doen.
Zen is een een terugkeer naar de oude boeddhistische bronnen: geen filosofie, geen metafysica, allen de VERLOSSING staan bij hen centraal. Hierdoor is de Zen een heel zuivere vorm. Een Zenmeester, Dogen, vat de weg van Zen als volgt samen:
Het pad van de Boeddha gaan is jezelf leren kennen.
Jezelf leren kennen is jezelf vergeten.
Jezelf vergeten is verlicht worden door alle dingen.
bron: www.thomasevangelie.nl
Annemie struyf vertelde ons ook dat men op een bepaald moment tegen haar zei tijdens een sessie: "laat je toch gaan, laat het licht tot je binnenkomen!". Annemie probeerde dit echt, maar tevergeefs. Héél eerlijk, met alle respect, volgens mij zou ik het niet gekund hebben. Ik zie mezelf daar nog niet staan, kijken naar een foto van een goeroe en 'het licht ' tot me laten komen.
Kenmerkend voor het Zen
Het vervlechten van het boeddhisme met de natuurreligies, de aandacht gaat vooral naar de mysterieuze natuurkrachten, het vertellen van mythes uit de natuurreligies.
Dit sluit voor hen aan bij het boeddhistische idee dat de mens niet de meester is van de natuur, maar een deel uitmaakt van het universum dat veel krachtiger is dan de mens. In de tuinen van de boeddhisten laat men dit dan ook door uiting komen door de natuurelementen die in het shintoïsme een belangrijke plaats innamen:
- water: symbolisch weergegeven door droog zand of grind dat zo geharkt wordt dat het lijkt te golven.
- eilanden
- bergen
De nadruk ligt op de meditatie en bepaalde technieken. Ze geloven dat de Boeddhanatuur niet met gedachten of verstandelijke begrippen te vatten is. Deze begrippen gaan het juist verhinderen om tot die inzicht te komen. De bedoeling is dat de geest leeg wordt gemaakt. Hierbij mag je je niet laten afleiden en alle aandacht is vereist. Door deze aandacht te ontwikkelen kan men leren met alles verbonden te zijn. In de Zen wil men de boeddhistische leer dan ook overbrengen "zonder woorden". Wanneer ze toch woorden gebruiken, zijn het vaak paradoxen, uitspraken met interne tegenspraak (koan).
Zo zal een Zentuin er ook voor proberen te zorgen dat hij toeschouwers uit gaat nodigen tot zo'n meditatie. De tuin waar men mediteert is bijna leeg en sober. Bij het woord 'uitnodigen' denken wij aan mooie bloemetjes en plantjes maar bij hen gaat het erom om geen enkele afleiding te hebben. De leegte symboliseert ook hoe de vele verschillende vormen in de wereld maar schijn zijn, omdat voor hen in wezen alles een is.
Bij hen gaat het erom om op weg te gaan naar het nirvana - de volledige leegte!
Koan 43 van de Mumonkan: Meester Shuzan hield een stok op, liet die aan de verzamelde leerlingen zien en zei: "Noem dit een stok en je zit vast aan de naam. Noem het geen stok en je gaat voorbij aan het feit. Leerlingen, welke naam geven jullie eraan?"
Net had ik een gesprek met een meisje van wie haar vriend een Boeddhist is. Dit veranderde weeral mijn gedachte over het geloof. Het is toch niet allemaal zo simpel. Ik wil jullie zo even tussendoor vertellen wat ze me allemaal vertelde... Ik vond het wel interessant om te weten...
Hij is wel een gewone Boeddhist, geen zenboeddhist. Een gewone boeddhist gaat in een tempel bidden, ze doen hun schoenen uit om één te zijn met de aarde onder hun. Ook offeren zij bloemen en wierook aan de Boeddha. Ze knielen dan, houden hun handen bij elkaar en bidden.
Ze vertelde me ook, dit wist ik ondertussen wel al, dat het Zenboeddhisme niet echt bidden is, maar gewoon leren om aan NIETS te denken, je hoofd leeg maken en proberen om één te zijn met alles rondom je. Ik dacht wel dat dit bij de gewone Boeddhisten ook zo was, maar zij bidden dus echt wel!
Ze vertelde me ook dat alle mannelijke boeddhisten uit Thailand verplicht zijn om drie weken 'monnik' te zijn. Dat is te vergelijken met een 'soort leger' dat wij hier hebben. Dit moeten ze doen om één te worden met de natuur en om de godsdienst te leren kennen. Na deze drie weken mogen ze kiezen om monnik te blijven of niet.
Een monnik wordt echt héél hard gerespecteerd in het Boeddhisme. Omdat ze monnik zijn krijgen ze gratis eten en gratis busticketjes enzo.... Ook krijgen deze mensen alle nodige bescherming. Je kan een monnik een beetje vergelijken met een priester hier, alle monniken in Azië worden gerespecteerd en wonen helemaal apart van de buitenwereld. Ze mogen enkel naar buiten komen voor eten en voor hun te verplaatsen. Natuurlijk mogelijk ze ook naar buiten komen om andere mensen Zen te maken.
Het volk dat Boeddhistisch is kent ook niet alle geschiedenis vertelt de vriend van het meisje dat ik sprak. Ze weten wel allemaal wat ze wel niet mogen maar hun er in gaan verdiepen, dat doen er niet veel. Alle Boeddhisten geloven wel in het leven na de dood! Een Zenboeddhist wil ook niet boven de wereld staan, want ze voelen hun eigenlijk gelijkaardig met een dier of een plant!
Ik vond het interessant om dit van haar te horen, ze heeft me dan ook nog enkele foto's doorgestuurd van haar vriend die drie weken in 'opleiding' tot monnik moest gaan, hier volgen ze:
Over de Islam ga ik niets meer opzoeken. Vorig jaar zijn we op interdisciplinaire reis geweest naar Marokko. Hier zijn we al veel te weten gekomen over de Islam. Van één onderwerp wat vooral aanbod kwam in de lezing van Annemie Struyf weet ik nog niet zoveel. Dat is de Al-Minare. Ze heeft ons hierover verteld dat er vooral jonge Westerse meisjes naartoe gaan om hun te bekeren tot de Islam. Zo gaan ze via deze weg opzoek naar Islamitische jongens. Het viel haar wel op dat het hier meestal ging over jongens die graag hier in België terecht wouden komen. Dus eigenlijk een soort van 'uithuwelijken'. Dit mocht ze natuurlijk niet zeggen. Ze mocht van de Al-Minara enkel vertellen hoe het eraan toeging maar niet dat de meisjes trouwden met jongens die niet van België waren. Wat is nu eigenlijk Al-Minara en waar staat het voor?
Het is een steunpunt voor bekeerde moslima's. Het woord Al-Minara zelf betekent eigenlijk 'het lichtpunt of oriëntatiepunt'. Ze zijn een steunpunt voor de nieuwsgierigen en de nieuwkomers in de Islam, hier krijgen ze antwoorden op de vragen die ze hebben over de moslimcultuur. Er zijn meer en meer autochtone Belgen die zich bekeren tot een andere religie. Vooral jongere Westerse meisjes bekeren hun tot dit geloof.
bekeerde Moslima |
Kennis doorgeven;
Info verstrekken;
Begeleiden en ondersteunen;
Een luisterend oor bieden.
Zo heeft men ook een 'Bekeerlingendag', dit is een bijeenkomst voor alle bekeerlingen die zich bekeerd hebben tot de Islam. Deze dag heeft voor het eerst plaatsgevonden in 2007. Vaak houdt men tijdens deze dagen lezingen en is er ook de mogelijkheid voor de bekeerlingen om ervaringen met elkaar uit te wisselen.
Er zijn er in België twee bekeerlingenorganisaties die dit samen hebben georganiseerd in België op 4 maart 2007,- namelijk de Al-Minara en de Koepel.
Als volgende heeft ze ook gesproken over de Hare-Krishna, hier is Annemie Struyf niet uitgebreid over geweest. Ze had al zo lang gepraat over de Islam, Zen-Boeddhisme en het Katholieke geloof dat hier de tijd bijna om was. Ik heb voor jullie een interessant filmpje gevonden van de Hare Krishna in Durbuy.
De Hare- Krishna is een plaats in Durbuy die we tijdens de interdisciplinaire reis in jaar 1 hebben bezocht. Dit is zeker een aanrader om eens te doen!
Bronnen:
ALMINARA, Salam
Alaikum, internet, oktober 2011, (http://alminara.be/).
POT, A., Spel zonder
snaren, internet, oktober 2011, (http://www.spiritualiteit.net/zenspelzondersnarensamenvatting.htm#1.
De geschiedenis van Zen in Japan).
STUDIO BRUSSEL, Ennemie
Struyf, internet, oktober 2011, (http://www.stubru.be/media/ingodsnaamannemiestruyf).
OOSTERLING, H., Zenboeddhisme
en differentiedenken, internet, oktober 2011, (http://www.henkoosterling.nl/lez-zendif.html).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten